Arjen Robben, de Oranje 'Man van Glas' schittert tegenwoordig in marathons
Arjen Robben heeft een nieuwe passie gevonden: hardlopen. De voormalige topvoetballer maakte in 2023 indruk in de marathon van Rotterdam en werkte de 42,195 kilometer af in een toptijd van 2 uur, 58 minuten en 33 seconden. Een indrukwekkende prestatie waarvan zelfs een ex-topsporter als Robben even moest bekomen.
"Ik ben echt kapot, maar ik heb het gehaald", vertelde Robben achteraf aan de NOS. "Voor een sprintertje als ik is zo’n afstand heel lang. Maar ik houd van sport en van een uitdaging (...) Te gek, deze kan ik afvinken."
Arjen Robben heeft zich omgeschoold tot hardloper en is ondertussen voetballer af, maar iedereen is het erover eens dat hij over uitzonderlijke voetbalkwaliteiten beschikte. De linkerpoot groeide in zijn carrière uit tot een van de beste wingers ter wereld en bewees zowel zijn clubs als Oranje talloze diensten. Wij blikken terug op de indrukwekkende carrière van de 'Man van Glas'.
Robben begon zijn profcarrière bij FC Groningen en toonde er als tiener al zijn onmiskenbare talent. Hij werd elk seizoen beter en speelde uiteindelijk 52 keer (12 goals) voor de 'Trots van het Noorden'. Al snel lonkte een stap hogerop voor de 'Speler van het Jaar' van Groningen in het seizoen 2000/01.
Het was PSV dat Robben in de zomer van 2002 wegplukte bij Groningen. Bij de Eindhovenaren zette hij nieuwe stappen in zijn carrière en werd hij doeltreffender, maar raakte hij ook een paar keer geblesseerd. Dat weerhield grote buitenlandse clubs er echter niet van om hem het hof te maken.
In 2004 kwam Robben voor het eerst in het buitenland terecht, meer bepaald bij de Engelse topclub Chelsea, die op dat moment kon rekenen op het geld van toenmalige eigenaar Roman Abramovitsj. Robben beleefde er - ondanks blessureleed - een goed eerste seizoen en won zijn eerste Premier League-titel. Ook het seizoen daarop bewees hij zijn waarde door Chelsea aan een tweede titel op rij te helpen.
Robbens Londense avontuur kwam tot een einde in 2007, toen Real Madrid hem kwam weghalen op Stamford Bridge voor 35 miljoen euro (Transfermarkt). In zijn eerste seizoen in Madrid - waarin Real de titel pakte - stond hij regelmatig langs de kant met blessures, maar het seizoen daarop groeide hij tot een belangrijke pion die scoorde en liet scoren.
De terugkeer van Florentino Pérez als Real-voorzitter in 2009 veranderde echter alles. Pérez wilde opnieuw aanknopen met zijn Galácticos-beleid uit het verleden en kocht grote namen als Cristiano Ronaldo, Kaká en Karim Benzema. Zo was er steeds minder plaats voor Robben bij Real, en dat hadden ze ook in Duitsland gezien.
Bayern München aarzelde niet en haalde Robben in de zomer van 2009 naar Beieren. Hij kreeg het rugnummer 10 opgespeld, dat eerder op de rug van landgenoot Roy Makaay had gehangen.
Het was het begin van een mooi verhaal tussen beide partijen. Robben scoorde in zijn eerste Bundesligawedstrijd meteen twee keer tegen VfL Wolfsburg en kende een uitstekende eerste campagne in de Allianz Arena. Hij werd daarvoor zelfs beloond met de prijs voor 'Voetballer van het Jaar'.
Robbens tijd in München werd echter ook getekend door het nodige blessureleed, waardoor hij heel wat wedstrijden aan de kant stond. Het leverde hem de weinig benijdenswaardige bijnaam de 'Man van Glas' op.
Sportief was de passage van Robben in München een absolute voltreffer, maar toch beleefde hij ook enkele mindere momenten. Zo had Bayern-icoon Franz Beckenbauer meermaals kritiek op de Nederlander en kwam het tot een aanvaring met ploegmaat Franck Ribéry. Als klap op de vuurpijl miste hij ook nog eens een cruciale strafschop in de Champions League-finale van 2011/12.
Het jaar daarop nam Robben revanche voor deze laatste tegenslag. Hij was met een assist en het winnende doelpunt beslissend in de Champions League-finale van het seizoen 2012/13 en streek alle plooien in één klap meteen glad.
De prijzenkast van Robben bij Bayern is indrukwekkend. Naast de Champions League pakte hij met Der Rekordmeister ook onder andere acht Duitse titels. In 2019 zette Robben echter een punt achter zijn carrière en nam hij emotioneel afscheid van het Bayern-publiek.
Robben nam een jaar afscheid van het voetbal, maar ging in juli 2020 opnieuw aan de slag bij de club waar het voor hem allemaal begon: FC Groningen. Door blessureleed kwam hij er echter maar zeven wedstrijden in actie, waarna hij zijn voetbalschoenen in de zomer van 2021 voorgoed aan de wilgen hing.
Robben kende niet alleen een uitzonderlijke clubcarrière, maar schitterde ook bij Oranje. Hij vertegenwoordigde Nederland op verschillende grote toernooien en verzamelde in totaal 96 caps (37 goals).
Een van de grootste teleurstellingen in zijn internationale carrière was ongetwijfeld de finale van het WK 2010. Robben had in die wedstrijd twee keer de winnende treffer aan de voet, maar stuitte telkens op Iker Casillas. Spanje scoorde later de winnende treffer, waardoor Robben en co de allereerste Nederlandse wereldtitel aan hun neus voorbij zagen gaan.
Vier jaar later nam Robben revanche door datzelfde Spanje met 5-1 te verslaan op het WK van 2014. De winger nam twee treffers voor zijn rekening en had een groot aandeel in de derde plaats van Oranje op het toernooi. Drie jaar later, in 2017, nam hij afscheid van het Nederlands elftal.
Het was een afscheid dat een leemte achterliet bij Oranje. Robben was een speler die de harten van de fans sneller liet kloppen met zijn dribbels en rushes en die Nederland heel wat mooie momenten bezorgde. Alleen daarom al verdient Robben zijn plek tussen de allergrootsten ooit in de geschiedenis van Oranje.