Kluivert, Cruijff en andere vaders en zonen in het voetbal
Als Vaderdag en de eerste wedstrijd van Oranje of het EK van 2024 samenkomen, dan is het leuk om te kijken naar de beroemdste vaders en zonen in het voetbal.
De voetbalwereld heeft een groot aantal spelers voortgebracht die geschiedenis hebben geschreven. Voor sommigen van hen leeft hun legende voort in hun zonen die - vastbesloten om in hun vaders voetsporen te treden - hun eigen verhaal als voetballer willen schrijven. Hier zijn enkele beroemde vaders en zonen in de voetbalgeschiedenis.
De beste speler ooit van Nederland en Ballon d'Or-winnaar in 1971, 1973 en 1974. Cruijff was een van de belangrijkste spelers van het oogstrelende Oranje van de jaren zeventig en vierde op clubniveau triomfen bij Ajax en FC Barcelona, waar hij ook coach was en zijn eigen stijl creëerde die de geschiedenis inging.
Ook zoon Jordi Cruijff speelde voor FC Barcelona, waar hij zijn debuut maakte nadat hij doorgestroomd was uit de eigen jeugd. Cruijff speelde daarna voor andere clubs, zoals Manchester United, Celta de Vigo, Deportivo Alavés en Espanyol, en kwam ook uit voor het Nederlands elftal.
Een legende van AC Milan, waar hij als verdediger tussen 1954 en 1966 bijna zijn hele carrière triomfen vierde. Maldini won met de Rossoneri vier Italiaanse titels en een Europacup I. Later zou hij er ook als coach op de bank zitten.
Paolo Maldini trad in alle opzichten in de voetsporen van zijn vader. Ook hij vierde als verdediger successen met AC Milan, de enige club uit zijn carrière, en groeide uit tot een idool van de fans. Hij deed met zeven Italiaanse titels en maar liefst vijf Europacups I/Champions Leagues zelfs beter dan zijn vader.
En alsof dat nog niet genoeg was, hebben de Maldini's er met Daniel nog een generatie aan toegevoegd. De jonge Italiaanse spits, zoon van Paolo, kwam uit de jeugdopleiding van AC Milan, speelde al voor Spezia Calcio en Empoli, en heeft een grote toekomst voor zich.
Peter Schmeichel is meer dan waarschijnlijk de beste keeper in de geschiedenis van Denemarken, waarmee hij in 1992 het EK in Zweden won, en ook een van de beste keepers ooit van Manchester United. Daar maakte hij internationaal naam en behaalde hij grote successen, met onder meer winst in de Champions League.
De carrière van Peters zoon Kasper begon bij aartsrivaal Manchester City en leidde hem vervolgens naar verschillende Premier League-clubs. Schmeichel pakt een historische titel met Leicester City in het seizoen 2015-2016 en won met The Foxes ook de FA Cup en de Community Shield.
De eerste Afrikaanse Ballon d'Or-winnaar (1995) bouwde zijn carrière uit bij verschillende grote clubs zoals AS Monaco, PSG, Manchester City en Olympique de Marseille. Zijn beste tijd beleefde Weah echter bij AC Milan aan het eind van de jaren negentig. Het uithangbord van het Liberiaanse nationale team werd later president van zijn land, een functie die hij sinds 2018 bekleedt.
Timothy Weah werd geboren in New York en besloot, in tegenstelling tot zijn vader, de kleuren van het Amerikaanse nationale elftal te verdedigen. Weah is een van de belangrijkste spelers van zijn land en kan zowel als middenvelder als aanvaller uit de voeten. Hij begon zijn clubcarrière bij PSG en speelde daarna voor Celtic, Lille en Juventus.
Een legende van Atlético de Madrid, zowel als speler als als coach. Hij pakte als speler de dubbel in 1996 en boekte als coach vanaf 2011 grote successen met Los Rojiblancos. Simeone kwam als voetballer ook uit voor Inter Milaan, Lazio en Sevilla en was een belangrijke pion bij Argentinië in de jaren negentig.
In tegenstelling tot zijn vader is Giovanni geen middenvelder, maar wel een aanvaller, die zijn carrière begon bij River Plate. Later verhuisde hij naar Italië, waar hij de kleuren verdedigde van Genoa, Fiorentina, Cagliari, Hellas Verona en Napoli.
Carlos Busquets maakte van 1990 tot 1998 acht seizoenen deel uit van het eerste elftal van FC Barcelona. Van 1994 tot 1996 was hij de eerste keeper van toenmalig Barça-coach Johan Cruijff.
Sergio Busquets speelde net als zijn vader voor FC Barcelona, maar was veel succesvoller en ging de geschiedenis in als een van de beste middenvelders ooit van Barça. Busquets verdedigde maar liefst vijftien seizoenen lang de kleuren van de Blaugrana, voordat hij op 35-jarige leeftijd naar de MLS trok.
Alf-Inge Haaland kwam 34 keer uit voor Noorwegen en speelde in de Premier League voor Nottingham Forest, Leeds United en Manchester City. Bij die laatste club werd hij in 2001 het slachtoffer van een zware tackle van Roy Keane (Manchester United).
Erling Haaland trad in de voetsporen van zijn vader en is nu al een icoon van Manchester City. In het Etihad Stadium groeide hij uit tot een potentiële Ballon d'Or-winnaar, na eerdere succesvolle passages bij Red Bull Salzburg en Borussia Dortmund.
Een van de beste spelers die ooit het shirt van Deportivo de La Coruña heeft gedragen. Fran González was een van de grote sterren van het 'Super Dépor' dat kampioen werd in 2000 en ook twee Copa del Reys en drie Spaanse supercups won tussen 1995 en 2002.
Zijn zoon, Nico, werd opgeleid bij FC Barcelona, waar hij in het seizoen 2021/22 bij het eerste elftal terechtkwam. Daarna speelde hij voor Valencia en Porto.
Een historische verdediger die deel uitmaakte van de Franse nationale ploeg die de het WK in 1998 en het EK in 2000 won. Op clubniveau was hij succesvol bij Monaco, Parma (waar hij een UEFA Cup won), Juventus en FC Barcelona, voordat hij met pensioen ging vanwege een hartafwijking.
Een van de spitsen van het moment in Europa. Thuram vindt gemakkelijk de weg naar doel en is international van Frankrijk. Hij kwam al uit voor FC Sochaux-Montbéliard, Guingamp, Borussia Mönchengladbach en Inter Milaan.
Patrick Kluivert, topscorer aller tijden van Oranje met 40 doelpunten in 79 interlands, bewees als voetballer zijn kwaliteiten en uitstekende neus voor goals. Hij speelde voor Ajax, AC Milan, FC Barcelona, Newcastle United, Valencia, PSV en Lille.
Zoon Justin is net als zijn vader een spits en begon zijn carrière bij Ajax. Daarna speelde hij één seizoen voor Valencia, en ook nog voor AS Roma, RB Leipzig, Nice en Bournemouth.
Een van de grootste namen uit de Amerikaanse voetbalgeschiedenis en een van de eerste Amerikanen die het maakte in Europa. Reyna speelde voor Bayer Leverkusen, Wolfsburg, Glasgow Rangers, Sunderland en Manchester City.
Zoon Giovanni, die in de voetsporen van zijn vader wil treden, toonde al zijn kwaliteiten bij zowel bij het nationale elftal van de VS als bij Borussia Dortmund.
De Uruguayaanse verdediger Pablo Forlán, bijgenaamd 'El Boniato', won een Copa América in 1967 en een Copa Libertadores en een wereldbeker voor clubteams met Peñarol, de club van zijn leven. Hij speelde ook voor het Braziliaanse São Paulo, waarmee hij drie Paulistão-staatskampioenschappen op zak stak.
Zoon Diego boekte echter grotere successen dan zijn vader en was een van de beste spitsen van de 21e eeuw. Hij won een Copa América in 2011, pakte ook twee keer de Europese Gouden Schoen en werd topschutter op het WK van 2010. Op clubniveau droeg hij de kleuren van onder andere Independiente, Manchester United, Villarreal, Atlético de Madrid en Inter Milaan.
Mazinho, winnaar van het WK in 1994 en van de Copa América in 1989 met Brazilië, bracht de beste jaren van zijn voetbalcarrière door in Spanje. Hij speelde eerst voor Valencia (1994-1996) en daarna voor Celta de Vigo (1996-2000).
Zijn lange verblijf in Spanje zorgde ervoor dat zijn zonen hun carrière als profvoetballer er begonnen, en meer bepaald in de jeugd van FC Barcelona. Thiago Alcántara, een van Mazinho's zonen, speelde daarna ook voor Bayern München en Liverpool en koos ervoor om uit te komen voor La Roja.
Ook Mazinho's jongste zoon, Rafinha, doorliep de jeugdopleiding van FC Barcelona en speelde net als zijn vader voor Celta de Vigo. Daarna trok hij naar Inter Milaan, PSG en Real Sociedad. In tegenstelling tot zijn broer koos hij echter voor Brazilië, waarmee hij goud won op de Olympische Spelen van 2016.
Javier Nicolás Hernández Gutiérrez, beter bekend als 'El Chícharo', was een bekende Mexicaanse voetballer uit de jaren tachtig en negentig. Hij speelde veertien wedstrijden voor het nationale elftal, waaronder op het WK van 1986. Op clubniveau speelde hij voor Tecos de la UAG, Puebla, Atlas en Monarcas Morelia.
Maar het is zijn zoon, 'Chicharito', die de geschiedenis is ingegaan als een van de beste Mexicaanse spelers ooit en de cijfers en carrière van zijn vader overtreft. Hij kwam meer dan honderd keer uit voor Mexico en speelde voor clubs als Manchester United, Real Madrid, Bayer Leverkusen, West Ham en Sevilla.
Luis Milla was een van de beste Spaanse middenvelders van de jaren tachtig en negentig. Hij begon zijn carrière bij FC Barcelona, triomfeerde bij Real Madrid en sloot zijn loopbaan af bij Valencia. Daarna werkte hij als coach, zowel voor de Spaanse U21 als voor het Indonesische nationale elftal. Op clubniveau werkte hij bij Al Jazeera, Real Zaragoza en Lugo.
Net als zijn vader speelt hij als middenvelder en heeft hij uitstekende voeten. Zijn carrière was wel iets bescheidener en liep langs clubs als CF Fuenlabrada, CD Tenerife, Granada CF en Getafe CF.
Nog zo'n legende van het Deportivo van de late jaren 90 en vroege jaren 2000. De Braziliaanse spits Bebeto speelde van 1992 tot 1996 voor de Galicische trots en won in zijn beste jaren het WK in 1994 en de Copa América in 1989 met Brazilië.
De carrière van zoon Mattheus Oliveira is minder indrukwekkend dan die van zijn vader, maar dat hield hem niet tegen om jarenlang op het hoogste niveau te spelen. In zijn begindagen speelde hij in Brazilië voor Flamengo. Later belandde hij in Portugal, bij Estoril Praia, Sporting Lissabon, Vitória Guimarães en Farense.
De Cantabrische verdediger speelde voor het historische Real Madrid van de jaren vijftig en zestig aan de zijde van Di Stéfano en Gento. Hij won vijf Europacups I en vijf Spaanse titels en schreef geschiedenis. Tijdens zijn carrière speelde hij ook voor andere clubs, zoals Racing Santander, Hercules en Murcia.
Zoon Marcos Alonso debuteerde bij Racing Santander en kwam later uit voor Atlético Madrid en FC Barcelona. Daarna werd hij coach, een functie die hij tot 2008 vervulde, en werkte hij voor clubs als Rayo Vallecano, Atlético Madrid, Sevilla, Real Zaragoza en Real Valladolid.
Geen twee zonder drie moet de familie Alonso gedacht hebben, want ook zoon Marcos Alonso, de kleinzoon van Marquitos, maakte carrière in het voetbal. In zijn geval stroomde hij door uit de jeugd van Real Madrid, vanwaar hij richting Engeland trok om voor Bolton, Sunderland en Chelsea te spelen. Later kwam hij bij het Italiaanse Fiorentina terecht, waarna hij terugkeerde naar Spanje om het shirt van FC Barcelona aan te trekken.
De beste IJslandse speler ooit. Eidur Gudjohnsen was de voormalige aanvoerder en topscorer aller tijden van zijn land. De aanvaller speelde voor grote clubs als PSV, Bolton, Chelsea, FC Barcelona, Monaco, Tottenham, Fulham, AEK Athene en Club Brugge. Op zijn erelijst staat onder meer een Champions League met Barça (2009).
Zoon Andri werd opgeleid in de jeugd van Real Madrid, na voor de jeugd van RCD Espanyol te hebben gespeeld. Daarna kwam hij uit voor het Zweedse IFK Norrköping en het Deense Lyngby BK, terwijl hij ook meerdere keren opgeroepen werd voor de nationale ploeg van IJsland.
Nebojša Gudelj was een Bosnisch-Servische linksback die in de jaren negentig voor Partizan Belgrado speelde, in Spanje voor CD Logroñés en Leganés, en in Nederland voor NAC Breda en Sparta Rotterdam.
Het was ook in Nederland, waar zijn vader zijn carrière beëindigde, dat zoon Nemanja zijn carrière begon bij NAC Breda. Van daaruit trok hij naar AZ Alkmaar en dan naar Ajax. Na een periode in China keerde hij terug naar Europa, waar hij nog voor Sporting Lissabon en Sevilla uitkwam.
Miguel Reina kwam uit de opleiding van Cordoba CF, waar hij tussen 1964 en 1966 tussen de palen stond. Hij zou daarna ook uitkomen voor FC Barcelona (1966-1973) en Atlético Madrid (1973-1980) en maakte ook vijf optredens voor het Spaanse nationale elftal.
Zoon Pepe Reina besloot in de voetsporen van zijn vader te treden en ook keeper te worden. Reina speelde in de jeugd voor FC Barcelona en stroomde er door naar het eerste elftal. Daarna verdedigde hij de kleuren van Villarreal, Liverpool, Bayern München, Napoli, AC Milan, Aston Villa en Lazio. Hij speelde ook voor Spanje en maakte deel uit van de selectie die in 2010 het WK en twee EK's won (2008 en 2012).
Na zijn doorbraak in Brazilië belandde Rivaldo in Spanje, waar hij zijn stempel drukte bij Deportivo La Coruña en voor FC Barcelona tekende. Hij speelde vijf seizoenen voor Barça en won er verschillende titels. In 2003 pakte hij de Champions met AC Milan, slechts een jaar nadat hij het WK had gewonnen met Brazilië.
De carrière van de zoon van Rivaldo was niet zo vruchtbaar als die van zijn vader en liep langs clubs in Centraal- en Oost-Europa. Rivaldinho speelde in Roemenië voor Dinamo Boekarest, Viitorul Constanța en Farul Constanța, in Bulgarije voor Levski Sofia, en in Polen voor Cracovia.
Periko Alonso bouwde zijn carrière uit bij Real Sociedad en FC Barcelona, voordat hij uiteindelijk met voetbalpensioen ging bij Sabadell. Met Sociedad won hij twee landstitels.
Xabi Alonso was net als zijn vader een middenvelder en kwam ook uit de jeugdacademie van Real Sociedad. Daar groeide hij uit tot een van de beste Spaanse spelers, waarna hij indruk maakte bij Liverpool, Real Madrid en Bayern München. Bij de Spaanse nationale ploeg was hij van fundamenteel belang bij het winnen van het WK van 2010 en de EK's van 2008 en 2012.
Xabi Alonso was echter niet de enige succesvolle voetballende zoon van Periko Alonso. Ook broer Mikel begon zijn profcarrière bij Real Sociedad, en het was bij de Basken dat hij een groot deel van zijn voetbalcarrière doorbracht, naast passages bij Numancia, Bolton en Tenerife.
Marcelo Gallardo was een van de beste Argentijnse spitsen van de jaren negentig en bracht het grootste deel van zijn loopbaan door bij River Plate, met tussendoor passages bij Monaco, PSG en DC United. Hij was 45-voudig international en won twee keer de Copa Libertadores, in 2015 en 2018.
Onder leiding van zijn vader maakte zoon Nahuel in 2017 zijn profdebuut bij River Plate, waar hij drie seizoenen zou blijven. Daarna begon hij aan een voetbalreis die hem langs Defensa y Justicia, Colon, Once Caldas de Colombia en Club Atlético Sarmiento bracht.
Gheorghe Hagi, door velen beschouwd als de beste Roemeense speler aller tijden, lag aan de basis van de beste jaren van het Roemeense nationale elftal. Op clubniveau speelde hij voor Steaua Boekarest, Real Madrid, FC Barcelona, Brescia en Galatasaray.
Zoon Ianis is sinds 2018 Roemeens international en heeft passages achter de rug bij Fiorentina, Genk, Glasgow Rangers en Deportivo Alavés.
De Bosnische spits maakte vooral naam in Spanje in de jaren negentig, bij clubs als Real Sociedad, FC Barcelona, CD Tenerife en Deportivo Alavés. Kodro hing zijn schoenen aan de wilgen bij Maccabi Tel Aviv, waarna hij onder andere het nationale elftal van Bosnië en Herzegovina ging coachen.
Zijn vaders passage bij Real Sociedad was van fundamenteel belang voor Kenan Kodro, die in de jeugdopleiding van de club terechtkwam. Van daaruit trok hij naar Osasuna in Pamplona, waar hij debuteerde in de Spaanse competitie. Later speelde hij ook nog voor onder andere Athletic Bilbao en Real Valladolid.
Carlos Mac Allister bracht zijn hele carrière in Argentinië door. Hij kwam uit voor Argentinos Juniors, Boca Juniors, Racing en Ferro Carril Oeste, en pakte ook drie caps voor de Albiceleste.
Een van de sterren van de Argentijnse kampioenenploeg van het WK in 2022. Mac Allistar is net als zijn vader een middenvelder en speelde voor Argentinos Juniors en Boca Juniors, voordat hij naar Brighton & Hove Albion en vervolgens Liverpool verhuisde.