Dit was nog eens een verrassende EK-finale: Griekenland kampioen in 2004
Het EK is een competitie als geen ander, een toernooi waar van alles kan gebeuren. Precies zoals het Deense wonder in 1992 is er nog een team geweest dat tegen alle verwachtingen won: Griekenland in 2004.
In 2004 beloofde het EK spannender te worden dan ooit. Meerdere teams behoorden tot de favorieten voor het toernooi. Duitsland (tweede op het WK), Frankrijk (Europees kampioen), Portugal (gastland), Italië en Engeland waren de voor de hand liggende favorieten.
Verschillende landen, zoals Nederland en Spanje, waren outsiders, zo schreef de sportkrant L'Équipe destijds. En inderdaad, Nederland haalde de halve finale in het EK van 2004. Het was de laatste keer dat het zo ver kwam in een EK tot de generatie van 2024.
Het toernooi was verdeeld in vier groepen. De eerste daarvan bestond uit Portugal, Spanje, Rusland en Griekenland. De twee buurlanden waren de duidelijke favorieten, maar in de allereerste wedstrijd was er een schok. Griekenland domineerde het gastland en won met 2-1 ondanks een doelpunt van een jonge Cristiano Ronaldo in de 93e minuut, aldus de UEFA.
Spanje versloeg Rusland met 1-0 en speelde daarna met 1-1 gelijk tegen Griekenland in een wedstrijd die ze van begin tot eind domineerden. In de andere wedstrijd versloeg Portugal Rusland met 2-0 en maakte daarmee nog steeds kans op kwalificatie.
Spanje en Griekenland bezetten de eerste plaats, met vier punten voorsprong op Portugal. Na een zwaarbevochten wedstrijd waren het de Portugezen die met 1-0 wonnen. Griekenland versloeg Rusland met 2-1 en verzekerde zich zo van een plaats in de finale, terwijl het Spanje van Casillas, Torres en Raul werd uitgeschakeld.
De Spanjaarden waren echter niet de enigen die uitgeschakeld werden. In Groep B gingen Frankrijk en Engeland door, maar Italië werd in Groep C uitgeschakeld door de Zweden en Denen. In Groep D, ten slotte, slaagde favoriet Duitsland er niet in om ook maar één wedstrijd te winnen. Het werd uitgeschakeld met twee punten achterstand op Tsjechië en Nederland.
De trend ging verder in de kwartfinales. De Tsjechen, die indruk hadden gemaakt in de groepsfase, heersten in de wedstrijd tegen Denemarken (3-0), terwijl Nederland via een strafschoppenserie Zweden versloeg. Er bleven slechts twee kwartfinales over: Frankrijk-Griekenland en Portugal-Engeland. Het Franse team met Zidane, Henry en Trezeguet zette hun tanden in de Griekse muur en Charisteas kruisigde 'Les Bleus' op het uur. Eindstand 1-0: een solide Griekenland bereikt de halve finales.
In de laatste kwartfinale, degene waar het meest naar werd uitgekeken, stonden twee favorieten van de competitie tegenover elkaar. Het Portugal van Figo tegen het Engeland van Beckham en Rooney. In de derde minuut opende Michael Owen de score voor de Engelsen, die dachten dat ze zich al hadden gekwalificeerd totdat Postiga in de 83e minuut voor de gelijkmaker zorgde. Na 90 waanzinnig intense minuten volgde de verlenging.
Na 110 minuten zette Rui Costa de Portugezen op voorsprong, waarna Lampard vijf minuten later gelijk maakte. Uiteindelijk won het gastland met 6-5 door strafschoppen in een knotsgekke wedstrijd, mede dankzij doelman Ricardo, die de hele sessie geen handschoenen droeg... en zelfs zijn penalty scoorde.
Portugal tegen Nederland en Griekenland tegen Tsjechië, niemand had gerekend op zulke halve finales voor dit EK. De Portugezen wisten op hun beurt Nederland met 2-1 te verslaan dankzij een doelpunt van Cristiano Ronaldo.
Griekenland speelde nog altijd even solide en won van Tsjechië met 1-0. En zo kon het dat in de finale Portugal en Griekenland elkaar weer troffen in een herkansing van de groepswedstrijd.
De twee teams lieten sinds de openingswedstrijd totaal verschillende kwaliteiten zien. De Grieken blonken uit door hun stevige verdediging met een ijzeren Kapsis en Dellas, terwijl de mannen in het rood en groen zich door allerlei emoties heen hebben geslagen. Met een achterstand tegen Engeland en een sterk overwicht tegen Nederland lieten de Portugezen een ijzeren wil zien en werden ze de favoriet voor een dolenthousiast thuispubliek.
Coach Luiz Solari stelde een indrukwekkend elftal op voor deze finale, met Cristiano Ronaldo en Luís Figo op de vleugels, Deco als spelverdeler en de Parijzenaar Pauleta in de spits. Het Griekse team tegenover hen blijft onveranderd, met een trio van Stelios Giannakopoulos (van Bolton Wanderers in Engeland), Zisis Vryzas (van Fiorentina) en seriespits Angelos Charisteas (centrumspits van Werder Bremen in Duitsland).
Het publiek wist vanaf het begin van de wedstrijd dat het niet gemakkelijk zou worden. Griekenland liet geen ruimte voor de wilskracht van Portugal en hield stand in hun strafschopgebied. Naarmate de minuten verstreken, bijten de Portugezen hun tanden stuk op de muur die door de Duitse coach van Griekenland, Otto Rehhagel, was opgetrokken.
De Grieken, die zich concentreerden op hun verdediging, sloegen desondanks als eerste (en als enige) toe. In de 57e minuut, na een corner op rechts door Angelos Basinas, liet Ricardo een opening die Charisteas vrij voor het doel zette. De spits aarzelde geen moment en opende de score: 1-0. Precies dezelfde score als in de kwartfinales en halve finales.
Ruim 30 minuten lang bestormden de Portugezen het Griekse strafschopgebied, maar ze wisten op geen enkele manier te scoren. De 60.000 toeschouwers van het stadion keken hulpeloos toe hoe de verdedigers van Griekenland elke wisten te stoppen. De eindstand was 1-0: Griekenland had zojuist een nieuwe bladzijde in de voetbalgeschiedenis geschreven.
Een maand voordat ze gastheer zouden zijn van de Olympische Spelen, presteerden de Grieken het om tijdens de eindfase van dit EK te winnen zonder ook maar één doelpunt tegen te krijgen. Een titel die herinneringen oproept aan de Deense overwinning in 1992 en hoop geeft voor toekomstige EK's: alles is mogelijk in voetbal!