Waarom raken profvoetballers steeds vaker geblesseerd?
Tussen de grote competities en de transfermarkten door wordt de voetbalwereld regelmatig beheerst door nieuws over blessures. En soms lijkt het alsof blessures jaar na jaar alleen maar steeds vaker voorkomen...
Naast spierblessures zijn de meest voorkomende blessures letsels aan de enkel en de knie, en in het bijzonder de beruchte gescheurde kruisbanden, de vrees van elke voetballer.
Abou Diaby, Marco Reus, Gareth Bale, Yoann Gourcuff en zelfs tweevoudig Ballon d'Or-winnaar Ronaldo (de Braziliaan) zijn slechts enkele van de internationale topspelers van wie de carrière in gevaar kwam of ernstig afgeremd werd door herhaaldelijke blessures.
Wat de oorzaken zijn van deze terugkerende blessures? Een vaak genoemde oorzaak is de levensstijl van de spelers. De eetgewoonten en het uitgaansleven van sommigen gaan niet samen met het hoge niveau. Ze werken blessures in de hand doordat er niet goed voor het lichaam gezorgd wordt.
Een andere verklaring voor herhaaldelijk blessureleed is de korte opeenvolging van wedstrijden, die het lichaam van de voetballers te veel belast en een extra risicofactor vormt voor blessures.
Met de competitie, de beker, Europees en interlandvoetbal samengeteld kunnen internationale spelers wel 50 of 60 wedstrijden per seizoen spelen, met een steeds kortere hersteltijd als gevolg.
Voor Vincent Gouttebarge, het hoofd van de medische dienst van de internationale spelersvakbond FIFPRO, geciteerd door 'So Foot', is "de schadelijke invloed van opeenvolgende wedstrijden op spier- en skeletaandoeningen" bewezen. Concreet betekent dat dat "spelers die minder dan vijf dagen rust hebben tussen twee wedstrijden een hoger risico hebben op blessures dan spelers die slechts één wedstrijd per week spelen".
Deze situatie lijkt de internationale voetbalautoriteiten geen zorgen te baren. De afgelopen jaren werden nieuwe competities zoals de Nations League in het leven geroepen en zijn andere competities zwaarder gemaakt, zoals het WK, dat vanaf 2026 met 48 landen (in plaats van de eerdere 32) zal worden gespeeld.
Volgens Jean-Pierre Paclet, de voormalige teamarts van de Franse nationale ploeg, moet het tempo van de opeenvolging van wedstrijden omlaag om het lichaam van de spelers te sparen: "Wij artsen en de medische wereld zeggen al jaren dat de spelers te veel spelen", wordt hij geciteerd door 'France Info'.
De situatie was in 2022 nog erger doordat het WK in Qatar werd gehouden: de wedstrijden van het seizoen 2022-2023 volgden elkaar in een ongekend tempo op, omdat het WK vanwege het klimaat in het Midden-Oosten in de herfst moest worden gehouden, midden in het clubseizoen.
Behalve dat over het fysieke aspect begint ook het taboe over de mentale gezondheid van spelers doorbroken te worden. De verklaring van Raphaël Varane in een interview met 'Canal Football Club', toen hij begin 2023 zijn internationale afscheid aankondigde, heeft bijgedragen tot een bewustwording rond het onderwerp.
"Ik heb alles gegeven, op fysiek en psychologisch vlak. Het hoogste niveau is een wasmachine. Je speelt de hele tijd, je stopt nooit. Op dit moment heb ik het gevoel dat ik stik en dat de speler de mens opeet", aldus de verdediger van Manchester United.
Volgens Sophie Huguet, de psychologe van AS Monaco, geciteerd door 'So Foot', staan de spelers "onder permanente stress" en "zijn ze gewend hun emoties te verbergen". "Als de coach merkt dat ze minder gemotiveerd zijn, kan dat gevolgen hebben voor hun speeltijd", voegde ze eraan toe.
Die angst om minder te spelen of gemarginaliseerd te worden door hun teamgenoten kan er dus toe leiden dat sommige spelers hun mentale problemen verbergen en zich aan een te hoge opeenvolging onderwerpen, wat op zijn beurt kan leiden tot nieuwe blessures.
Hoe kunnen kunnen we de fysieke en mentale gezondheid van voetballers op peil houden? Een gezonde levensstijl, een afgemeten opeenvolging van inspanningen en een regelmatige fysieke en psychologische opvolging lijken de juiste ingrediënten. Maar met de druk van het topvoetbal en de overbelaste kalenders is het niet zeker dat deze goede gewoonten de komende jaren nog van toepassing zullen zijn.