Wat is er gebeurd met tijdritkoning Fabian Cancellara?
Als er één man is die zijn stempel heeft gedrukt op het tijdrijden in de 21e eeuw, dan is het Fabian Cancellara wel.
De Zwitser, bijgenaamd 'Spartacus' vanwege zijn imposante lichaamsbouw, is een van de beste tijdrijders uit de geschiedenis. Cancellara was een onvermoeibare, complete en regelmatige atleet.
Zijn staat van dienst in het tijdrijden spreekt voor zich: tweevoudig olympisch kampioen, viervoudig wereldkampioen, tienvoudig Zwitsers kampioen ... De Zwitser was een echte machine.
Het zou echter verkeerd zijn om Cancellara te reduceren tot zijn tijdritvaardigheden. Hij was immers ook een steengoede klassieke renner, die meerdere keren Parijs-Roubaix en de Ronde van Vlaanderen op zijn naam schreef.
De enige smet op de carrière van de Zwitser is een verdenking van mechanische doping in 2010, die uiteindelijk van tafel werd geveegd door de UCI.
Cancellara, geboren in Wohlen bei Bern op 18 maart 1981, is in de eerste plaats een fan van ... voetbal! Tot zijn 13e bracht hij het grootste deel van zijn vrije tijd door met voetballen, voordat hij in zijn garage een oude fiets vond.
Die vondst zou zijn leven veranderen en de Zwitser begon de Zwitserse wegen te verkennen, waarbij hij het voetbal geleidelijk inruilde voor het wielrennen. In 1998 won hij op 17-jarige leeftijd het WK tijdrijden voor junioren, een prestatie die hij het jaar daarop herhaalde.
In 2001 besloot de profploeg Mapei-Quick Step om het jonge wonderkind een contract te geven. Zijn debuut was veelbelovend en de Zwitser won zowel in 2001 als 2002 de Ronde van Rhodos, een wedstrijd voor renners onder de 23 jaar.
In 2003 kwam hij bij Fassa Bortolo terecht, waar hij de rol vervulde van wegkapitein. Cancellara mikte niet op etappezeges, maar moest voor een hoog tempo vooraan in het peloton zorgen voor zijn sprinter Alessandro Petacchi.
In 2004 beleefde hij zijn eerste grote succes door de proloog van de Tour de France te winnen. De wereld ontdekte zijn uitzonderlijke kwaliteiten als hardrijder en Cancellara sloot zich in 2006 aan bij CSC met een nieuwe status: die van kopman in de klassiekers.
Zijn eerste jaar bij CSC was een groot succes, met overwinningen in Parijs-Roubaix, voor velen de klassieker der klassiekers, en het WK tijdrijden. Hij herhaalde dat succes in 2007 door twee etappes in de Tour te winnen en zijn wereldtitel te verlengen.
Ook 2008 was een uitstekend jaar voor Cancellara. Hij was onaantastbaar en won in maart de Monte Paschi Eroica, Tirreno-Adriatico en Milaan-San Remo en werd tweede in Parijs-Roubaix na zijn eeuwige rivaal Tom Boonen. Hij sloot het jaar af met een olympische tijdrittitel.
In 2009 kroonde hij zich opnieuw tot wereldkampioen tijdrijden en won hij de proloog van de Tour. Daarnaast won hij ook de Ronde van Zwitserland.
2010 was het beste jaar uit de carrière van Cancellara. Hij won zowel Parijs-Roubaix als de Ronde van Vlaanderen en liet zijn rivaal Boonen met lege handen achter. Vervolgens won hij de E3 Prijs Vlaanderen-Harelbeke en twee etappes in de Tour voordat hij opnieuw wereldkampioen tijdrijden werd.
Cancellara was opnieuw onaantastbaar en kreeg aan het einde van het seizoen de Vélo d'Or, een prijs voor de beste renner van het jaar. Helaas zat er een smet op de trofee: herhaalde verdenkingen van mechanische doping, die de UCI uiteindelijk echter weerlegde.
Nadat hij in 2010 oppermachtig was in de klassiekers, moest hij zich in 2011 tevreden stellen met podiumplaatsen in Parijs-Roubaix, de Ronde van Vlaanderen, Milaan-San Remo en het WK tijdrijden. Het was een frustrerend jaar, ondanks zijn overwinning in de E3 Prijs Vlaanderen-Harelbeke.
Na een teleurstellend seizoen in 2012 keerde de Zwitser in 2013 terug met grote ambities: opnieuw de dubbel Vlaanderen en Parijs-Roubaix winnen. Hij slaagde in zijn opzet en klopte Peter Sagan op de Belgische wegen. Ook in 2014 was hij de beste in Vlaanderens Mooiste.
Na een tegenvallend 2015 kondigde Cancellara aan dat hij eind 2016 met wielerpensioen zou gaan. Hij begon zijn laatste seizoen met een overwinning in Strade Bianche en eindigde na Peter Sagan tweede in de 100ᵉ editie van de Ronde van Vlaanderen.
Het doel in zijn laatste seizoen was echter goud pakken in de olympische tijdrit. De Zwitser, die het de afgelopen twee jaar moeilijk had gehad in zijn discipline, overtrof zijn rivalen en won zijn tweede 0lympische titel. Tom Dumoulin werd tweede, en Christopher Froome derde.
Ook na zijn afscheid bleef de Zwitser actief in de wielerwereld. Hij is manager van de Zwitserse renner Marc Hirschi en eigenaar van het Tudor Pro Cycling Team.
Tudor Pro Cycling Team is een ploeg met grote ambities die de hiërarchie in het peloton misschien wel eens overhoop zou kunnen halen. Cancellara wil een sterke ploeg met enkele sterren en heeft zijn oog laten vallen op twee pionnen in het bijzonder: Arnaud De Lie en Remco Evenepoel. Zal hij in zijn opzet slagen?